Dat er klimaatsceptici zijn in de wereld zoals Donald Trump en Geert Wilders wisten we al. Dat er ook lokale klimaatsceptici zijn, zoals de heer Gert-Jaap van Ulzen (het Friese VVD-lid dat de enige zinvolle zin uit het VVD-verkiezingsprogramma haalde) is ook geen nieuws meer. Bovendien zou de oproep van de voorzitter van VNO-NCW, Hans de Boer, namens vrijwel alle Nederlandse multinationals vorige week aan Edith Schippers om haast te maken met het klimaatbeleid reden tot geruststelling moeten zijn in het klimaatdebat voor de komende jaren.
Toch maak ik me ernstig zorgen. Ik vrees dat mijn generatie de Derde Wereldoorlog gaat mee maken. Niet om het geloof (in het Midden-Oosten), om het landjepik (van Rusland) of om het nucleaire programma (van Noord-Korea), maar om de enige reden waarom de mensheid zich nog steeds op de planeet Aarde moet zien te redden en niet zomaar naar een andere planeet kan gaan, oftewel om het water.
Wat heeft water met het klimaatdebat te maken? Alleen het stellen van deze vraag door jou, de lezer, toont aan hoe ernstig het gesteld is met de dogma’s en de feiten rondom het klimaatdebat. De volgende vraag om mijn punt te maken is: wat is het belangrijkste broeikasgas? Ik gok dat zo’n 99% van de lezers van dit stuk koolstofdioxide als het belangrijkste broeikasgas beschouwt. Niets is minder waar. Koolstofdioxide vormt 0,038% van de atmosfeer, terwijl water tot wel 4% van de atmosfeer vormt. Het grootste deel (ongeveer 90%) van het broeikaseffect wordt veroorzaakt door water(damp) als gevolg van de overvloedige aanwezigheid ervan in de atmosfeer. Water is dus het belangrijkste broeikasgas.
Moet deze constatering gezien worden als bagatellisering van de effecten van koolstofdioxide op de opwarming van de aarde? Integendeel. In talloze IPCC-rapporten hebben we de directe effecten van de exponentiele toename van CO2-uitstoot door de mensheid op de opwarming van de aarde kunnen zien. Er zijn harde bewijzen dat, zelfs als we de afspraken van Parijs nakomen, de kans dat de aarde ten onder gaat vrij groot is. Maar de politiek, de publieke opinie (journalistiek) en tot op zekere hoogte de wetenschappelijke wereld hebben nog steeds een grote blinde vlek voor de invloed van methaan, en een nog veel grotere blinde vlek voor de invloed van water(damp) op de opwarming van de aarde.
En dat terwijl volgens schattingen tot 95% van het totale troposferische (het onderste deel van de atmosfeer, 0-10 km) broeikaseffect te danken is aan het broeikasgas waterdamp en de bijdrage van koolstofdioxide maar ongeveer 5% is. In andere delen van de atmosfeer is de bijdrage van koolstofdioxide groter, maar die aanwezigheid levert slechts een kleine bijdrage aan het totale broeikaseffect. De cijfers variëren sterk, afhankelijk van onder andere de breedteligging, maar de verhouding 90%-10% (water(damp)-de rest) representeert ongeveer het wereldwijde jaarlijkse netto broeikaseffect van de totale atmosfeer.
In de politiek is afgelopen jaren door de inzet van partijen als D66 en GroenLinks aandacht voor de invloed van koolstofdioxide op de opwarming van de aarde. Aan Edith Schippers de schone taak om eindelijk concrete stappen te zetten richting een CO2-tax in het volgende kabinet. Echter blijft de politiek achter wat betreft het nemen van maatregelen voor het terugdringen van de methaanuitstoot. In het vorige kabinet hebben de staatsecretarissen Dijksma en van Dam problemen veroorzaakt rondom de afspraken over en de handhaving van het fosfaat- en stikstofplafond. Maar dat probleem is direct verbonden aan de methaanuitstoot, zeker in Nederland. Gelukkig is er in de publieke opinie steeds meer aandacht voor de methaanuitstoot, zoals in het artikel van de Correspondent van 18 april met de onthulling dat de Nederlandse uitstoot van methaan niet met 43% maar met 20% gedaald is sinds 1990, in tegenstelling tot eerder gepubliceerde cijfers van de overheid.
Over 4, 8, 12 of 16 jaar zal een volgend kabinet ook standpunt moeten nemen over een mogelijke H2O-tax (heel iets anders dan de rioolheffing). Grote delen van Afrika en het Midden-Oosten zijn dan al onbewoonbaar geworden door extreme droogte. Spanningen tussen buurlanden over de verdeling van rechten op het gebruik van drinkwater uit de rivieren in het grensgebied zullen alleen maar zijn toegenomen en er zullen vele internationale rechtszaken zijn rondom het bouwen van een dam bij de bron van diezelfde rivieren.
Landen met een zwakke landbouwsector (lees weinig landbouwgrond, tekort aan fosfaat en stikstof of zoetwater en daarom sterk afhankelijk van de voedselimport) zullen sancties of importheffingen willen opleggen aan andere landen waar zoetwater voor de landbouwsector nog “vrij” beschikbaar is. Alle vormen van landbouw die inefficiënt met water omgaan, zoals stadslandbouw, kleinschalige of lokale productie van voedsel of kassen productie in landen met hogere temperaturen zullen controversieel verklaard worden.
Als chemicus wil ik je daarom vragen, beste Edith, om niet alle miljarden uit onze belastingen aan CO2-reductie te besteden, maar naast CO2 ook aan twee andere mooie moleculen te denken, namelijk CH4 en H2O. Nederland is de koploper op het gebied van onderzoek naar droogte bestendige gewassen, moderne kassen met bijna volledig hergebruik van water, en methaandichte stallen.
Besteed een deel van onze belastingen aan dit onderzoek en de toepassing daarvan. Met alleen CO2-reductie kunnen we de aarde niet redden.